Dit is dé online kennisbank voor begrippen die betrekking hebben op de Bouw, Meubel- en Timmerindustrie. Hier vind je bruikbare kennis voor de professionals onder ons, maar ook voor de doe-het-zelvers. De kennisbank zit boordevol achtergrondinformatie over vele aspecten van het Timmermansvak.
A
Aanaarden
Het aanvullen van aarde of zand rondom funderingsmetselwerk.
Aannemer
Een aannemer is iemand of een onderneming die een klus aanneemt en deze vervolgens omzet in een bouwproject waarbij de aannemer alles verder organiseert en coördineert met andere vakmannen. Dit zorgt ervoor dat een opdrachtgever die een aannemer in de hand neemt dit niet allemaal zelf hoeft te doen. De aannemer neemt heel veel werk uit handen en bezorgt de opdrachtgever over het algemeen minder stress.
Aantrede
De diepte (het horizontale gedeelte) van een traptrede.
Afschot
Om te zorgen voor afwatering een plat dak licht af laten lopen. Bijv. voor een goot, terras, balkon.
Aftimmeren
Het afwerken van een project waar je werkzaam bent geweest. De laatste aanpassingen aan het project (de puntjes op de i).
Afwerklaag
Een laag om een vloer af te werken, bijvoorbeeld een cementdekvloer.
Amoveren
Amoveren is een ander woord voor sloopwerkzaamheden in de bouw.
B
Baak
Waterpas aangebrachte planken/latten waarbinnen een bouwwerk gemaakt moet worden.
Bankhamer
Kleine voorhamer met bolle kop of platte kop.
Bekisting
Een constructie die ervoor zorgt dat het beton in de juiste vorm op droogt. Deze constructie haal je er weer vanaf als het beton droog is.
Bestek
De omschrijving van een uit te voeren (bouw)werk. In een bestek wordt het ontwerp tot in detail omschreven, inclusief alle administratieve, juridische en technische eisen, materialen en uitvoeringsvoorwaarden die van toepassing zijn. Dit vormt de basis vormt voor het contract met de aannemer. Wat er in het bestek staat moet dus aan voldaan worden.
Bestemmingsplan
In een Nederlands bestemmingsplan staat beschreven waar gebouwd mag worden.
Betonkwaliteit/betonsterkteklasse
Beton heeft verschillende samenstellingen met verschillende sterktevariaties. De meest voorkomende sterkteklassen zijn C25, C35 en C45.
Betonschil
De buitenlaag /schil van een betonelement.
Betonskeletbouw
Een betonskeletbouw is een gebouw waarvan het skelet is opgetrokken van beton, dit is de draagconstructie.
Bint
Een andere term voor (draag)balk.
Boeibord
Opstaande kant van een (houten) dakgoot.
Bouwbesluit/ bouwverordening
Een verzameling bouwvoorschriften waaraan alle gebouwen in Nederland (bijvoorbeeld woningen, kantoren, winkels, ziekenhuizen, etc.) minimaal moeten voldoen. Bouwbesluiten dekken ook renovaties.
Bouwexploit
Een bouwexploit is een verantwoordelijkheidsverklaring die de staat en toestand beschrijft van een gebouw, fabriek, kantoor, schuur of woning op het moment van opname. Omwonenden eisen dat de aannemer of opdrachtgever van het gebouw vooraf verantwoordelijkheid neemt voor eventuele schade veroorzaakt door heiwerk of ontwatering.
Bouwtechnische keuring
Een bouwtechnische keuring is een onafhankelijke visuele inspectie van een bestaande woning. Deze inspectie geeft een algemeen overzicht van de bouwkundige staat van de woning en geeft inzicht in de kosten om de woning in goede staat te houden.
Bouwvak
Een vastgestelde periode in het jaar wanneer het personeel uit de bouw vakantie heeft.
Breedplaatvloer
Breedplaatvloeren zijn verdiepingsvloeren die worden gebruikt in commerciële en residentiële gebouwen.
Broekstuk
Kan verschillende betekenissen hebben. 1) Verbindingsstuk tussen twee delen van een goot dat uitzetting door temperatuurverschillen mogelijk maakt. 2) Dakpannen, voor de kruising van verschillende dakvlakken 3) Hulpstuk op de splitsing van een buisleiding.
C
Cao
De bouw Cao is een schriftelijke overeenkomst voor zowel werkgever als werknemer waar bepaalde regeling vastgesteld staan. zo staan er afspraken in over werktijden, loon en ziekteregelingen.
CAR-verzekering
Met de Construction Allrisk (CAR) verzekering kunt u zich verzekeren tegen schade die ontstaat tijdens de bouw of renovatie van een pand.
Casco
Ruwbouw is een ander woord voor casco. Een huis wordt dan wind- en waterdicht opgeleverd, voor de rest moet alles binnen nog gedaan worden.
Chamottesteen
Een chamottesteen is een vuurvaste steen, deze is gemaakt van klei. Deze steen wordt onder andere gebruikt om een open haard mee te bekleden.
Constructieve wand
Ook wel een dragende wand genoemd. Een constructieve wand draagt belastingen over en leveren een bijdrage aan de stabiliteit van het bouwwerk. Constructieve wanden zijn in principe niet verplaatsbaar.
D
Dagmaat
De binnenmaat van een opening. Bijvoorbeeld van een poortopening, raam of deurkozijn.
Dakkapel
Een uitbouw van een huis met een schuin dak, dit zorgt ervoor dat de ruimte groter wordt. Een dakkapel kan op verschillende manieren gebouwd worden, ook met verschillende materialen. Zo kan het bijvoorbeeld van hout en kunststof gemaakt worden.
Daktrim
Aluminium profiel op een dakrand, meestal gebruikt als afwerking.
Deuvel
Rond, houten staafje, dat in twee aan elkaar te verbinden houten elementen in een rond gaatje wordt gelijmd, waardoor een goede verbinding ontstaat. Voornamelijk bedoeld om verschuiven te voorkomen.
Dilatatie
Een methode om het ‘werken’ van een buitenmuur op te vangen. De voeg dient als functie om het uitzetten en krimpen van materialen op te vangen.
Domotica
Is een verzamelnaam voor alle elektronica in een woning of gebouw. Het doel van domotica is door middel van integratie van elektronica in woningen een betere kwaliteit van wonen en leven te realiseren.
Duimstok
De duimstok is een liniaal die je in elkaar kan vouwen. Het is mogelijk om deze aan de hand van scharnieren dubbel te vouwen. Deze kunnen gemaakt worden van palmhout, kunststof of metaal.
E
Elementenbouw
Dit is een manier van bouwen waar alles vooraf in de fabriek gemaakt is. Je zal dan bouwen met kant-en-klare onderdelen. Bijvoorbeeld voor betonnen gevels, vloeren en wanden.
Els
Ander woord voor een priem. Stuk gereedschap met een ijzeren punt om klein gaatje te maken.
EN
Europese Norm om kwaliteit te waarborgen. Dit zijn richtlijnen voor het verzekeren van normen en waarden.
EPC
Staat voor energieprestatiecoëfficiënt en is een indicator die de energie-efficiëntie van nieuwbouwwoningen aangeeft. Dit wordt nu ook wel BENG genoemd.
Espagnolet
Deur- of raamvergrendeling in de vorm van stangen.
F
Fineer
Heel dun geschilde of gesneden bladen hout. Dit kan door middel van een dubbelzijdig fineerstrip mes.
Frees
Een spil of schijf van staal voorzien van een profiel, waarmee groeven of sleuven worden aangebracht in metaal of hout.
Fretboor
Speciale handboor voor het boren van kleine, diepe gaatjes op moeilijk bereikbare plaatsen en kleine gaatjes in dun materiaal.
Fundering
Een fundering is een ondersteuning voor de rest van het gebouw. Dit zorgt ervoor dat het gebouw de zwaarte kan dragen.
G
Gebluste kalk
Kalk die is ontstaan door het verhitten van kalksteen en die voordat het gebruikt wordt eerst met water wordt bewerkt (geblust).
Gekantrecht hout
Hout dat aan vier zijden rechthoekig en parallel is afgezaagd.
Geschifte steen
Metselsteen die ontstaat doordat de hele steen in de lengterichting horizontaal is doorgezaagd.
Gips
Gips wordt in de bouw in de vorm van gipsblokken, pleisters en gipsplaten gebruikt.
Gipsblokken
Gipsblokken bestaan uit stucgips. Dit wordt gebruikt om niet-dragende muren te maken.
Glaslat
Lat van hout, aluminium of kunststof die op het kozijn wordt bevestigd voor het vastzetten van ruiten.
Gootbeugel
Beugel waarin de dakgoot leunt.
Granol
Sterk sierpleisterwerk met een meer of minder grove structuur.
Gresbuis
Rioolbuis gemaakt van vette klei en chamotte met een glad en keihard oppervlak.
H
Hart-op-hart
De afstand van het midden van de ene balk tot het midden van de andere balk. Dit geldt niet alleen voor balken maar ook voor andere bouwonderdelen.
Hoekkeper
De uitwendige hoek tussen twee dakschilden.
Hoektroffel
Gereedschap van een stukadoor waarmee hij rechte hoeken kan maken op gepleisterde muren en plafonds.
Houtrot
Houtrot is een schimmel die ervoor zorgt dat hout begint te rotten. Klik hier om meer informatie te krijgen over houtrot.
Houtskeletbouw
Een huis waarvan het skelet uit hout bestaat. Enkel de fundering is niet van hout de rest wel.
I
Inboeten
Het inmetselen van hele bakstenen op plaatsen waar bakstenen zijn gescheurd.
Inbouwplan
Dat deel van het woningontwerp dat gaat over het binnenwerk. Bijvoorbeeld niet-dragende muren, de keuken en de badkamer.
Interieurbouwer
Een ambachtslied die verantwoordelijk is voor de interieurinrichting van winkels en kantoren etc. Interieurbouwers worden vaak vergeleken met timmerlieden, maar interieurbouwers werken veel nauwkeuriger en maken meubels vaak op maat voor de klant.
Inwassen
Vullen van de voegen na het aanbrengen van tegels.
Isoleren
Een bepaald materiaal aanbrengen wat ervoor zorgt dat warmte, kou of geluid naar buiten of juist naar binnen komt.
J
K
Keermuur
Muur om de druk van een hoger gelegen bodem te weerstaan.
Keet
Eenvoudig (houten) gebouwtje.
Keilbout
Bout waarmee zware voorwerpen aan de muur worden vastgemaakt.
Kiellaag
Laag metselwerk van verlopende dikte om fout te corrigeren.
Kipkar
Klein karretje voor het vervoeren van materialen als zand en steen over een smalspoor op de bouwplaats. De kar heeft een bak die gekanteld kan worden.
Kitten
Kitten is het dichtmaken van gaten, naden en andere kleine openingen of het aan elkaar monteren van verschillende oppervlakken. Dit gebeurd dan met een dik en vloeibaar materiaal wat 'kit' genoemd wordt. Kit wordt meestal aangebracht tijdens het afwerken van projecten in de bouw.
Kit gereedschap
Het gereedschap dat je nodigt hebt om te kitten is: Kit, dit is het middel dat je gebruikt om te kitten, meestal zit dit in een kitkoker. Als tweede heb je een kitpistool nodig, hier doe je de kitkoker in en breng je de kit op het oppervlak mee aan. Als derde heb je een mesje of schaar nodig om het topje van de kitkoker mee open te maken. In sommige gevallen heb je ook een finisher nodig, dit zorgt voor een beter afwerkresultaat en het beperkt verkleuring.
Klamp
Houten lat waarmee planken of schroten bijeen worden gehouden.
Klapzand
Zand dat onder de bestrating van tegels en straatwerk wordt gebruikt.
Knikpan
Dakpan waarmee een dak waarin een knik zit ononderbroken bedekt wordt.
Kozijn
Een kozijn dit is de omlijsting van hout waar een deur of raam in wordt geplaatst.
Kraal
Buitenkant van een zinken goot.
Kubel
Trechtervormig vat waarmee beton in de bekisting wordt gegoten.
Kuub
Dit is de inhoud van 1 x 1 x 1 meter en staat voor 1 kubieke meter.
L
Latei
Balkvormig element van hout, steen of ijzer dat boven een opening in een in een wand zit om het bovenliggende muurwerk te dragen.
Lijnlasten
Een belasting op een constructieonderdeel die als een lijn op de constructie duwt. Bijvoorbeeld een wand op een vloer.
Lintvoeg
Horizontale voeg tussen twee lagen metselwerk. Ook lopende, liggende, leger- of strekse voeg genoemd.
Loodslabbe
Loodslabbe zijn soken lood die ervoor zorgen dat een constructie waterdicht is.
M
Maaiveld
De hoogte waarop het omliggende terrein is verbonden met het huis.
Mal
Model, vorm, formeel of patroon waarnaar iets wordt vervaardigd, een profiel wordt afgetekend of waarin een vorm wordt gemodelleerd.
Mansardekap
Dak dat bestaat uit twee geknikte vlakken.
Massieve wand
Geprefabriceerde muur van gewapend beton. Een massieve wand bestaat uit één materiaal. Deze massief betonnen wandelementen zijn in vrijwel elke gewenste maat leverbaar en geschikt voor zowel laag- als hoogbouw.
Meerwerk
Extra werk wat de aannemer van te voren niet heeft begroot.
Metselen
Bouwstenen met specie tegen en op elkaar leggen. Men spreekt van ‘over de hand’ metselen, als aan de buitenzijde van de muur schoon werk zichtbaar zal zijn en ervan binnenuit moet worden gemetseld, wanneer het normale van buitenaf metselen onmogelijk is.
Meubelmaker
Een meubelmaker is iemand die een opleiding meubelmakerij heeft gevolgd en meubelen kan vervaardigen. Het beroep wordt beschouwd als een van de architecturale beroepen. Meubelmakers zijn onder andere in staat om afgewerkte meubels van hout te maken.
Minderwerk
Werk dat de aannemer heeft begroot maar wat komt te vervallen.
Mortel
Een mortel is een mengsel bestaande uit zand, cement en water.
N
Natte cel
Bouwkundige benaming voor een badkamer.
NAP
Normaal Amsterdams Peil. Dit staat voor de referentiehoogte ( het peil waaraan hoogtemetingen worden gerelateerd). Sinds 1891 staat de NAP voor Normaal Amsterdams Peil en het begrip kent zijn oorsprong uit het Amsterdams Peil, een van de vele peilen (lokaal en regionaal) die Nederland kende vóór de twintigste eeuw.
NEN
Is een afkorting voor Nederlandse Norm. Dit zijn richtlijnen voor het waarborgen van normen en waarden.
Nul woning / energie neutrale woning
Deze woning levert even veel energie op als dat er wordt verbruikt.
O
Onderaannemer
Een onderaannemer is een aannemer die een bepaald deel van de verbouwing op zich neemt. Denk aan een stukadoor of metselaar.
Onderhoudsplan
Een Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) is een rapportage waarin staat wanneer onderhoud moet worden uitgevoerd en tegen welke kosten. Bijvoorbeeld onderhoud van gebouwen, terreinen en voorzieningen.
Onderslagbalk
Horizontale balk om bovenliggende muur op te vangen.
Ontzet
Uit het verband geraakt, ingezakt, gescheurd (van een fundament, muur of pijler).
Opperman
Degene die de specie aanmaakt en dat samen met de stenen bij de metselaar brengt.
Optrede
De afstand tussen de bovenzijde van twee traptrede.
Overspanning
De afstand tussen twee steunpunten. De ruimte die door een dragend constructiedeel wordt overbrugd.
Overstek
Het overstekende deel van een dak of gootconstructie.
P
Panlat
Horizontale lat waaraan de dakpannen worden gehangen.
Paslaag
Bovenste waterpas gelegde metsellaag van een fundament.
Patio
Een volledig door het gebouw omsloten binnentuin.
Piket
Kleine, ronde paaltjes met een oranje kop waarmee de plek van het te bouwen object wordt gemarkeerd.
Pleister
Pleister, oftewel een pleistermortel is een dunne laag van mortel, bestaande uit gips en kalk en soms met zand. Dit smeer je vervolgens op de muur.
Plenum
Is de ruimte tussen de vloer en het verlaagd plafond of de vloer en de verhoogde vloer.
Pui
Onderste deel van een gevel.
Purschuim
Purschuim is een middel wat heel goed isoleert. Het bestaat uit twee chemische stoffen (polyol en isocyanaat) die op elkaar reageren en samen purschuim vormen. Omdat het zo goed isoleert wordt het vaak tussen de binnen- en buitenmuren van gebouwen en woningen gebruikt als isolatiemateriaal. Het purschuim wordt aangebracht door het ergens tussen of op te spuiten, na het spuiten zet het uit en vult het alle hoeken en gaten waardoor het gebouw luchtdicht geïsoleerd wordt. Purschuim maakt een gebouw ook brandveiliger het is namelijk lange tijd hittebestendig en het blijft hard bij verhitting.
Q
R
Rachel / Raggel
Horizontale houten lat waaraan plafonds worden bevestigd.
Raveelbalk
Dwarsbalk die de draagbalken rondom een vloeropening opvangt, bijvoorbeeld bij een trapgat.
RC-waarde
Een waarde gerelateerd aan thermische weerstand. Hoe lager de weerstand, hoe beter de thermische geleidbaarheid van het materiaal. Hoe slechter de thermische geleidbaarheid van het materiaal, hoe beter de isolatie.
Renovatie
Bij een renovatie wordt een oud gebouw opgeknapt. Hierin blijven de oude elementen van het huis in stand.
Rensdak
Dak bedekt met leien die aan de onderkant rond zijn.
Restauratie
Door het gebruik van traditionele technieken en materialen een huis opknappen.
Rolmaat / Rolmeter
Dit is een van de meest gebruikte liniaal soorten. Een uitschuifbare liniaal die compact meegenomen wordt
Rooilijn
Grens tot waar gebouw mag worden.
S
Scheluw
Materiaal dat scheef of kromgetrokken is door vocht of droogte.
Schoon werk
Zorgvuldig afgemaakt metselwerk, bestemd in het gezicht te komen (niet bedekt door pleisterwerk, betimmeringen, bespanning e.d.).
Schulpen
Overlangs zagen van hout.
Slaper
Steunende ligger in een kapconstructie.
Sonderen
Bodemonderzoek om het draagvermogen van de bodem te bepalen.
Specie
Een algemene term voor mengsels die worden gebruikt in metselwerk, gips en beton. Het bindmiddel is kalk, cement of gips.
Spil
Verticale as waarin de treden van een wenteltrap met hun ene einde bevestigd zijn.
Spouwmuur
Een muur bestaande uit twee gelijke lagen metselwerk, daartussen zit een luchtruimte (spouw).
Stelpost
Onderdeel van de begroting dat nog niet exact vastgesteld kan worden, maar wel geschat. Bijvoorbeeld de nog niet definitief uitgekozen keuken.
Stukadoor
Een vakman die een afwerklaag van stucwerk aanbrengt op muren en plafonds.
T
Te lood
Wanneer iets helemaal recht is.
Toogverschil
Het hoogteverschil tussen verschillende elementen, zoals een holle vloerplaat.
Trapboom
Deel van de trap waarin de traptreden vastliggen.
Troffel
Metselgereedschap waarmee specie wordt aangebracht. Er zijn veel verschillende soorten troffels.
U
Uitbloeding
Uitslag van zout in het metselwerk.
Uitvoerder
Een uitvoerder is degene die leiding geeft aan het bouwproces en ook dagelijks op de klus te vinden is.
V
Vallicht
Raam aangebracht in het dakvlak waardoor meer licht valt op de gang of op de trap.
Variabele belasting
Belasting op je vloer van bijvoorbeeld personen, meubels, wind, regen, voertuigen etc. Voor een woning wordt er standaard 175 kg per m² gerekend.
VCA
Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers. Een controlelijst die de basis legt om ieder dag veilig en gezond te werken.
Verduurzamen
Conserveren van hout om het te beschermen tegen aantasting.
Vledder
Behangborstel.
Vogelschroot
Plank aan de onderzijde van een pannendak, waarvan de bovenlijn de gegolfde onderlijn van de pannen volgt. Op deze wijze wordt voorkomen dat vogels onder de pannen kruipen om er te nestelen.
Voorman
Deze functie is onmisbaar, onder andere bij het plannen en uitvoeren van werkzaamheden voor een project.
Voorschot
Houten bekleding van het bovendeel van een gevel.
Vouwmeter
De vouwmeester is een uitvouwbare liniaal welke in het hout, kunststof en metaal te verkrijgen is. Doordat de vouwmeter uitvouwbaar is kan hij ook goed in een werkbroek worden gedragen. Een vouwmeter is twee meter lang, op deze meter kun je zowel millimeters als centimeters opmeten.
Vuil metselwerk
Metselwerk dat later onzichtbaar wordt door de opgebrachte afwerklaag.
W
Wang
Zijkant van een trap of dakkapel.
Wateren
Het langdurig in het water leggen van hout, om de schadelijke minerale zouten eruit te verwijderen.
Waterhol
Smal halfrond hol langs de onderkant van uitstekende delen van een gevel, zoals dorpels en waterlijsten.
Waterpas
Een waterpas is een soort liniaal. In deze liniaal zit een buisje gevuld met water en lucht. Hierdoor ontstaat er een luchtbelletje in de buis en kan er gezien worden of iets kaarsrecht is.
Welstuk
Bovenste trede van de trap.
Werktekening
Een nauwkeurige bouwtekening waar alle samenstellingen en afmetingen van een constructie op omschreven zijn.
Windveer
Houten plank die tegen de buitenste rij pannen van het dak wordt geplaatst om afwaaien te voorkomen.
X
Y
Z
Zakgoot
Brede en diepe goot tussen twee verschillende dakschilden.
Zaling
De gootconstructie aan de ‘hoge’ kant van een dak doorbreking (b.v. schoorsteen) in een dakschild. Ook wel zalinggoot genoemd.
Zetting
Tot rust komen van vers metselwerk, vastraken van een boog of een gewelf door het hard worden van de specie en de steviger verbinding van het materiaal.
Zoom
Buitenrand van een dakbedekking van metaal.
Contact
Op zoek naar een (nieuwe) baan als Timmerman? Laat ons je helpen bij het zoeken van de best bij jou passende vacature.
Kijk bij onze Timmerman vacatures, laat je gegevens hieronder achter of neem contact met ons op!